Afgelopen weekend was ik op de handwerkbeurs in Rotterdam, voor het eerst met een eigen stand waar ik patronen, prentenboeken en wol heb verkocht.
De beurs was in alle opzichten super. Het was super veel werk om voor te bereiden, maar ik heb er veel van geleerd, en de volgende keer (ik heb al gereserveerd voor Zwolle) gaat dat beter. Het was super leuk, super druk, en nu ben ik super moe, maar even voldaan.
En voor de samenwerking met mijn dochter Anna heb ik maar één woord superdesuper, en wat is het leuk om een dochter te hebben die net zo enthousiast kan worden als ik over een bolletje wol en kan fantaseren over al het moois dat ervan te maken is. Gelukkig vond Anna het ook leuk, ook in Zwolle is ze weer van de partij.
Niet, dat ik slecht heb verkocht, in tegendeel, mijn omzet oversteeg alle verwachtingen, echter behalve de pakketten voor de grote Jacobus, lag er zo veel meer op mijn kraam, voor veel mensen bijna te veel om uit te kiezen.
Toch heb ik nog eens naar al die getallen gekeken (eens een wetenschapper, altijd een wetenschapper, niet waar?) en ben tot de volgende conclusie gekomen: Ik heb jullie de verkeerde vraag gesteld, heb er niet bij verteld dat ik naast die pakketten nog veel meer moois in de verkoop had. Ik heb uitgerekend hoeveel pakketten ik verkocht zou hebben als mijn hele omzet aan wol niet verspreid zou zijn over van al het moois, maar uitgegeven zou zijn aan alleen die pakketten, en toen kwam ik uit op 86 pakketten, en dat ligt toch verrassend dicht bij die 83 uit de schattingen.